Vier belangrijke functies van de LIN-applicatielaag

2024-12-27 05:16
 267
De LIN-applicatielaag biedt vier functies: signaalverwerking, configuratie, identificatie en diagnose. Elke functie is gericht op logische knooppunten en helpt het hostknooppunt en/of de diagnostische apparatuur te reageren op serviceverzoeken. Onder hen zorgt de signaalverwerkingsfunctie ervoor dat de applicatielaag rechtstreeks signalen in het netwerk kan verkrijgen of wijzigen van de protocollaag, terwijl de configuratiefunctie verantwoordelijk is voor het automatisch selecteren van configuratie-items voor het hostknooppunt om potentiële conflicten te elimineren. De identificatiefunctie stelt het hostknooppunt in staat om de informatie van het logische knooppunt te verkrijgen, zoals productcode, enz., terwijl de diagnostische functie het mogelijk maakt dat externe diagnostische apparatuur via het hostknooppunt met het LIN-netwerk communiceert.